- Een big brengt al binnen de eerste 18 levensuren voor het eerst een bezoek aan het drinkpunt.
- Tijdens het spenen wordt meer dan 80 keer per dag een bezoek gebracht aan de drinknippel (stress).
- Na het spenen brengt 100% van de biggen tussen 9 en 13 uur minstens een keer een bezoek aan de drinkbak (belangrijk voor behandelingen).
- Tijdens de vetmesting gaat een varken 30 keer per dag drinken en brengt het 10 tot 15 min/dag door aan de drinkbak.
- Er wordt vooral overdag gedronken met pieken halverwege de ochtend en in de late namiddag.
- Meer dan 75 % van de drinkbeurten valt samen met de voedertijd.
WATERVOORZIENING VAN VARKENS
De wateropname per dag van varkens is afhankelijk van hun levend gewicht, de opgenomen hoeveelheid voer, de samenstelling van het voer en hun fysiologische toestand (melkgevend,
ziekte, stress enz.). Het welzijn, de gezondheid en de groei van de varkens zijn sterk afhankelijk van de fysischchemische kwaliteit van het water dat ze ter beschikking hebben, de bacteriën die het kan bevatten en de smaak en de geur ervan. Het beheer van de waterverspilling is het tweede element dat de keuze en de installatie van de drinkbakken bepaalt. Vraag ons om gepersonaliseerd advies.

DRINKGEDRAG EN WATERBEHOEFTE

EEN KOM OF DRINKNIPPEL?
Een varken drinkt van nature door te zuigen. Een kom biedt dus de meest natuurlijke manier van drinken ongeacht de leeftijd van het dier. Biggen nemen meer voer op als ze kunnen drinken uit een kom. Tijdens het spenen wordt met een kom ook minder stereotiep gedrag vastgesteld dan met een drinknippel (zogen onder biggen enz.). Verspilling wordt beter tegengegaan met een kom. Een kom wordt daarentegen sneller vuil door uitwerpselen of voer. Een drinknippel is dus niet echt uit den boze op voorwaarde dat het debiet en de hoogte goed aangepast zijn. Het water is altijd schoon, maar er is meer verspilling.
HYGIENE
Vanaf een aanwezigheid van amper 1,5 g uitwerpselen per liter water wordt er minder gedronken en neemt de groei af. Niet alleen het risico op diarree verhoogt, maar als de wateropname daalt, heeft dat ook negatieve gevolgen voor de inname van het voer en de toename van het gewicht, waarbij lichaamsvet wordt aangemaakt (rugspekdikte). Bij de zogende zeug verhoogt dit het risico op constipatie, mastitis (uierontsteking), agalactie (melkgebrek), metritis baarmoederontsteking) en infecties van de urinewegen.